Algemene voorwaarden

Algemene Voorwaarden Van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Van Swaaij Advocaten B.V. te Rotterdam 

Art. 1 Van Swaaij Advocaten B.V. (hierna “Van Swaaij Advocaten”) is een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, opgericht naar Nederlands recht, die zich ten doel stelt het beoefenen van de advocatuur. Onder partner wordt verstaan een persoon die (indirect) aandelen in Van Swaaij Advocaten houdt. Cliënt is de natuurlijke- of rechtspersoon voor wie Van Swaaij Advocaten een opdracht uitvoert.

Art. 2 De bedingen van deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op iedere opdracht, daaronder begrepen iedere vervolgopdracht of gewijzigde of aanvullende opdracht, die aan Van Swaaij Advocaten de partners of aan personen die in dienstbetrekking van Van Swaaij Advocaten werkzaam zijn wordt gegeven, alsmede op alle rechtsbetrekkingen als gevolg daarvan of in verband daarmee. De bedingen in deze algemene voorwaarden zijn, onverminderd het bepaalde in artikel 3, mede gemaakt ten behoeve van de bestuurder(s) van Van Swaaij Advocaten en al diegenen die, al dan niet krachtens arbeidsovereenkomst, voor Van Swaaij Advocaten werkzaam zijn of waren. De bedingen van deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op iedere rechtsbetrekking die ontstaat als gevolg van of in verband met het gebruik van de website die door Van Swaaij Advocaten B.V wordt onderhouden. Van Swaaij Advocaten is gerechtigd deze voorwaarden tussentijds te wijzigen. De gewijzigde voorwaarden worden dan van toepassing op lopende opdrachten.

Art. 3 Een opdracht wordt uitsluitend aanvaard door Van Swaaij Advocaten en namens haar uitgevoerd, ook indien het de uitdrukkelijke of stilzwijgende bedoeling is dat een opdracht door een bepaalde persoon wordt uitgevoerd. In afwijking van de artikelen 7:404, 7:407 lid 2 en 7:409 van het Burgerlijk Wetboek zijn de partners alsmede diegenen die voor of ten behoeve van Van Swaaij Advocaten, al dan niet in dienstbetrekking, werkzaam zijn niet persoonlijk gebonden of aansprakelijk en eindigt de opdracht niet door hun dood, ook niet indien de opdracht is verleend met het oog op een bepaalde persoon.

Art. 4 Eerst na afgifte van de toevoegingsbeschikking en betaling door de cliënt van de opgelegde eigen bijdrage is Van Swaaij Advocaten in geval van gefinancierde rechtshulp gehouden een aanvang met de uitvoering van de opdracht te maken. Gerechtelijke procedures worden in alle gevallen eerst na ontvangst van de toevoegingsbeschikking en de eigen bijdrage gestart. Voor zover de cliënt na afloop van de zaak gehouden is nadere inlichtingen en/of bescheiden op verlangen van de Raad voor Rechtsbijstand te verstrekken, is deze verplicht binnen twee weken na een door Van Swaaij Advocaten daartoe strekkend verzoek gedaan, deze gegevens volledig te verstrekken. Bij gebreke van voldoening aan het hier bepaalde is Van Swaaij Advocaten gerechtigd beëindiging van de toevoeging te verzoeken en alsnog de kosten verbonden aan de uitvoering van de opdracht volledig aan de cliënt in rekening te brengen tegen het geldende uurtarief.

Art. 5 Iedere aansprakelijkheid voortvloeiend uit of in verband met de uitvoering van een opdracht is beperkt tot het bedrag dat in het desbetreffende geval uit hoofde van de door Van Swaaij Advocaten afgesloten aansprakelijkheidsverzekering wordt uitbetaald,

vermeerderd met het bedrag van het onder deze verzekering toepasselijke eigen risico van Van Swaaij Advocaten. Indien om welke reden dan ook geen uit-kering krachtens genoemde verzekering mocht plaatsvinden, is iedere aansprakelijkheid beperkt tot het aan Van Swaaij Advocaten door de cliënt betaalde honorarium, met een maximum van €25.000,=.

Art. 6 Van Swaaij Advocaten zal bij het inschakelen van een derde de nodige zorgvuldigheid in acht nemen en bij de selectie van deze derde zoveel als in de relatie tot de cliënt gebruikelijk of redelijk is, met de cliënt overleggen. Van Swaaij Advocaten is gemachtigd voorwaarden die in de relatie tussen haar en de derde gelden of die door de derde worden bedongen te aanvaarden. Van Swaaij Advocaten zal deze voorwaarden mogen tegenwerpen aan de cliënt voor zover het de uitvoering van de opdracht door de derde betreft. Derden zullen door de cliënt nimmer rechtstreeks worden aangesproken. De cliënt vrijwaart Van Swaaij Advocaten tegen alle aanspraken van derden, de redelijke kosten van rechtsbijstand daaronder begrepen, die op enige wijze samenhangen.

Art. 7 Tenzij anders overeengekomen, zal het honorarium worden berekend aan de hand van het aantal gewerkte uren, berekend in eenheden van ten minste vijf minuten, vermenigvuldigd met het door Van Swaaij Advocaten (jaarlijks) vast te stellen uurtarief. Reclames en protesten met betrekking tot het berekende honorarium dienen uiterlijk binnen twee weken na factuurdatum schriftelijk te zijn gedaan, bij gebreke waarvan het door Van Swaaij Advocaten berekende honorarium tussen partijen bindend vast staat. Alle te noemen bedragen zijn exclusief BTW.

Art. 8 Facturering geschiedt in beginsel maandelijks, achteraf. Niettemin is Van Swaaij Advocaten gerechtigd van cliënt een voorschot te verlangen dat in redelijkheid tot de uit te voeren werkzaamheden staat. Van Swaaij Advocaten is gerechtigd haar werkzaamheden op te schorten tot het moment waarop de voorschotnota zal zijn voldaan. De betalingstermijn bedraagt veertien dagen. Betalingen dienen netto zonder recht op verrekening te geschieden. Door het enkele niet betalen binnen deze termijn zal cliënt jegens Van Swaaij Advocaten in verzuim zijn, en is Van Swaaij Advocaten gerechtigd de uitvoering van de werkzaamheden in het kader van de opdracht met onmiddellijke ingang op te schorten.

Art. 9 In geval van verzuim van de cliënt inzake de nakoming van diens betalingsverplichting geldt een vertragingsrente van 1% per (gedeelte van een) maand en is Van Swaaij Advocaten tevens aan cliënt een vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten in rekening te brengen met een minimum van €750,00.

Art. 10 Op alle rechtsbetrekkingen tussen Van Swaaij Advocaten en haar cliënten is Nederlands recht van toepassing. Alle geschillen, voortvloeiende uit een dergelijke rechtsbetrekking zullen uitsluitend worden voorgelegd aan de Rechtbank Rotterdam. Aanspraken tot schadevergoeding vervallen, indien deze niet binnen een jaar na ontdekking van de schade bij de bevoegde rechter aanhangig zijn gemaakt.