Opmerkelijk: werknemer die cocaïne gebruikt krijgt maximale transitievergoeding

Een werknemer van de Rotterdamse containerterminal ECT veroorzaakt (kort na inwerkingtreding van de Wet Werk en Zekerheid, WWZ) onder invloed van cocaïne een ongeval op de werkplek. ECT vraagt de kantonrechter om de arbeidsovereenkomst met betreffende werknemer te ontbinden. Van belang was verder dat deze werknemer de afgelopen jaren geregeld te laat kwam, fouten maakte, in slaap viel op het werk, agressief was en niet meewerkte aan pogingen hem weer in het gareel te krijgen. Al met al voldoende redenen voor ontslag. De kantonrechter te Rotterdam ontbond de arbeidsovereenkomst op verzoek van de werkgever en bepaalde daarbij dat de werknemer “ernstig verwijtbaar” had gehandeld en sprak – op verzoek van de werkgever – uitdrukkelijk uit dat deze werknemer dus geen recht had op een transitievergoeding.

De werknemer gaat in hoger beroep (dat kan sinds de inwerkingtreding van de WWZ). Het gerechtshof in Den Haag oordeelt dat de werknemer weliswaar verwijtbaar heeft gehandeld (het ontslag is dus terecht), maar niet “ernstig verwijtbaar“. De werknemer heeft immers jarenlang wel goed gefunctioneerd, aldus het Hof en niet uit te sluiten valt dat het gedrag van de werknemer samenhangt met een burn out. Het Hof oordeelt derhalve dat werknemer wél aanspraak heeft op een transitievergoeding (terwijl daardoor ook geen verkorting van de maximale opzegtermijn van vier maanden mocht plaatsvinden). Omdat werknemer al 32 jaar in dienst was moet de werkgever de maximale vergoeding van € 76.000,- betalen.

Van de belofte dat de WWZ het makkelijker zou maken om niet functionerende werknemers te ontslaan lijkt vooralsnog niet veel terecht te komen. Ook is uit onderzoek duidelijk geworden dat werknemers sinds invoering van de WWZ werknemers minder snel een vast contract geven. Minister Asscher, de architect van de WWZ, gaf op Prinsjesdag aan dat het allemaal “een kwestie van wennen” is en dat de wet slechts op enkele kleine punten aanpassing behoeft.

U vindt de uitspraak hier: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHDHA:2016:1868